De meest zuidelijke Belgische en Franse Ardennen zijn eigenlijk het reisdoel, als vriendin Ans en ik begin oktober de bagage op de Intruder binden en daarna bij Brielle de A15 oprijden. Met plaatsen als Dinant, Givet, Bouillon, de abdij van Maredsous en de ‘chateaus’ van Falaen en Veves in het vooruitzicht, draai ik net achter Breda de N639 op en gaan we via Chaam achter Baarle Nassau de grens over. Binnendoor rijden en er gewoon de tijd voor nemen heeft bij ons altijd de voorkeur boven gas geven op de snelweg. Terwijl Ans mij af en toe op de schouders tikt om mij te wijzen op een overvliegende roofvogel of een mooi stukje natuur, stuur ik ontspannen onder het bijna zomerse zonnetje de rondweg bij Turnhout op. Daarna gaat het richting Kasterlee. Als we allebei het geluid van een onzer telecommunicatiemiddelen horen aanzwellen, breng ik de bike tot stilstand bij een iets te dicht aan de weg gelegen uitspanning. Het duurt dan ook even voordat de stem aan de andere kant van de lijn het langsrazende verkeer overstemt. Het blijkt een telefoontje dat we al een tijdje verwachten, maar waarvan we hoopten dat het toch nog even niet zou komen (dit lijkt wel een zin uit het Koningslied). Een paar minuten later is het reisdoel gewijzigd in Schinveld, Zuid-Limburg. De landelijke N19 wordt ingeruild voor de A13 en aansluitend de A2.

In Schinveld bezoeken we eerst (schoon)moeder, de  reden van het telefoontje van een uurtje eerder. Haar batterijen doen het nog, oneerbiedig gezegd…… maar zo zou ze het zelf waarschijnlijk in voor mij onverstaanbaar Heerlens dialect ook gezegd hebben. Een paar uur later gaan we,  ervan overtuigd dat haar strijd nog niet gestreden is, op zoek naar een slaapplaats. De Bookings-app  heeft in de hele omgeving nog maar één hotelkamer vrij.  Kasteel hotel Erenstein wordt onze prijzige verblijfplaats deze nacht. Grote kamer (notabene de bruidssuite) met een gigantisch hemelbed. Als we de volgende ochtend, na een forse wandeling in de mooie omgeving van het kasteel en een voor zo’n mooi hotel belachelijk slecht ontbijt, weer aan het bed in Schinveld aanschuiven, is de situatie nog niet écht veranderd.

Hotel Erenstein

Into the Dutch mountains

Het moge inmiddels duidelijk zijn, Zuid-Limburg is voor Ans en mij geen onbekend terrein. In mijn geval liggen mijn roots in dit stukje on-Hollands Nederland. Ans heeft hier zelfs bijna haar hele leven gewoond. Hennephoofdstad Heerlen en het aangrenzende Brunssum zijn de plaatsen, waar zij is groot getrokken. Terwijl Ans de eerste noten van wie sjoen os Limburg is meekreeg in een authentiek mijnwerkershuisje, kwamen deze tot mij vanaf een door mijn vader opgezette 78 toerenplaat in jeneverstad Schiedam. De liefde voor het heuvelland zit bij ons diep. Toeren door dit landschap is voor ons dan ook geen straf en we hebben zelfs vaste rondjes. Het laatste échte uitje met moeders was een van die vaste rondjes.  Lang hoeven we ook niet over de verdere invulling van de dag na te denken.  Ans d’r zus belooft ons telefonisch op de hoogte te houden.

Limburgs vakwerk in ‘vakwerk’

Eerst rijden we nog even terug door Brunssum en Heerlen. We passeren de Brunssummerheide – waar (schoon)moeders als laatste der Mohikanen van haar knutselclubje nog regelmatig te vinden was achter een wafel met warme kersen – en een paar oude woonadressen van Ans. Bij knooppunt Kunderberg (A76/A79) gaan we binnendoor richting Ubachsberg , maar net daarvoor stuur ik naar links en gaan we richting Simpelveld. Al snel is het stadse vergeten en rijden we in het ons zo geliefde Limburgse heuvelland. Simpelveld wordt gevolgd door Eys, waar we op de Meester Doctor Froweinweg linksaf gaan naar Wahlwiller (Kelderweg).  Het prachtige dorp Vijlen (aanrader) en het boscafé ‘t Hijgend Hert laten we vandaag letterlijk links liggen. Vandaag zijn de jaarlijkse Bergfeesten hier gaande en in massaal vermaak hebben we nu net even geen zin. Wel missen we daardoor een paar schitterend slingerende weggetjes….. maar vooruit. Het wordt dus rechtdoor de N278 oversteken en gassen richting Mechelen. Ook helemaal niet verkeerd!! In Mechelen gaan we – zoals altijd – linksaf de Commandeurstraat in en rijden het verlengde daarvan (de Bommerigerweg) helemaal uit. Heerlijk rijden! Aan het einde van deze weg wacht de ‘wereldberoemde’ Wingbergerhoeve. In het hoogseizoen is het hier doorgaans zo pisdruk dat zelfs verkeersregelaars moeten worden ingezet om e.e.a. in goede banen te leiden. IJs en fruit is hier de main business, in de smaken: lekker, heel lekker en verschrikkelijk lekker. Door naar Epen en daar in het centrum scherp links omhoog richting Slenaken.

Ingelijst uitzicht bij de Gerardushoeve

Bij de Gerardushoeve stoppen we even voor het ons zo bekende mooiste uitzicht van Nederland, een toepasselijk bakkie troost en een paar punten vlaai. Verder daarna ri. Heijenrath en vlak daarvoor linksaf bij Auberge De Smockelaer richting de Belgische grens en Teuven. Altijd weer een lekker stukje slingeren. Slecht wegdek, maar gewoon prachtig rijden. In Teuven volgen we gewoon de weg (ik heb dit stukje toch al zeker vijftig keer gereden), gaan we voor het houten kruis op het kleine rotondetje rechtsaf en zakken een paar kilometer verder bij Slenaken over goed asfalt ons kikkerlandje weer in. Richting Epe maar weer en langs het aan te bevelen Best Westernhotel rijden we nu echt Heijenrath binnen. Bij de splitsing scherp links en dan op de Vaarzegel naar rechts de Landsraderweg op. We passeren de ‘slaapafdeling’ van de Gerardushoeve, waar ik mijn voorkomen al menig maal te ruste heb gelegd. Prima hotel, niks mis mee. Langzaam rijden we verder weg van de Geul en komt de Gulp dichterbij. We blijven de weg gewoon volgen en rijden zo over de Gulpenerberg. Na het passeren van het grote uit witte cement vervaardigde Mariabeeld op de top pakken we de Bergweg en komen we uit in Partij. Daar slaan we linksaf, steken weer de N278 over en komen we terecht in Wittem. Tja, een beetje thuis dus. Hier komt m’n familie eigenlijk vandaan. Oma en opa om precies te zijn. In het bijna aangrenzende Gulpen, heeft een van mijn ooms ooit nog iets betekend bij de Gulpener bierbrouwerijen. Zelf ben ik een jaar of ‘tig’ nog lid geweest van het in 1999 ter ziele gegane Gulpener Biergilde. Een jaar later is men overigens gestart met de Gulpener Bierfeesten. Terug naar het rondje Zuid-Limbabwe, want het begint nu wel erg op een reclamestukje te lijken voor een van die vele overheerlijke Limburgse biertjes. Wittem dus…. en daar de N595 volgen om via Wijlre, waar mijn schoonmoeder in de bloei van haar leven als hulp in de keuken en huishouding de familie Brand (ja, toch weer bier) uit de brand heeft geholpen, in Schin op Geul uit te komen. Als je hier linksaf gaat richting het Miljoenenlijntje en dan het spoor over, kom je uit bij hotel Heuvelzicht. Niet écht een jongerenhotel, maar voor de Bourgondiër een beslist aan te raden adres. Vanuit de ruime panoramakamers heb je een schitterend uitzicht over het glooiende landschap.

Wij gaan rechtdoor en slaan in Valkenburg – net vóór het Parkhotel – linksaf de Sibbegrubbe op. In Sibbe houden we rechts aan en komen zo terecht bovenaan de kabelbaan. Hier is het in het seizoen o.a. prima bobsleeën geblazen op de berg. Het voor ons veel te toeristische Valkenburg is er goed te overzien. Wil je je reis vervolgen op de motor, dan is omkeren de enige mogelijkheid. In Sibbe houden we wéér rechts aan, om vervolgens via Vilt en de Cauberg het drukke centrum van Valkenburg binnen te pruttelen. Normaal doen we hier even ’n stop en rijden we daarna richting Margraten en Noorbeek. Vandaag pruttelen we er snel weer uit en gaan we einde weg links naar Broekhem. Bij Strabeek gaan we naar rechts en via de Beekstraat de A79 onderdoor. In Groot-Haasdal (prachtige naam) naar links en dan wordt het tijd voor een bijna verplichte stop.

 Bestel maar, bestel maar – bestel maar…maar ‘t blijft Raar !

Ze blijven altijd leuk die rare plaatsnamen: Kloten, Rectum, Vreten…… en ga zo nog maar effe door. Uiteraard wordt er in het buurtschap Raar dus even gestopt voor een fotootje. Terwijl ik de bike voor het plaatsnaambord plaats, leent Ans een paar appeltjes uit de aangrenzende boomgaard. Lekker!! Voor de inwendige mens rijden we even door naar het eigenlijk niet op de favoriete route liggende Geulle. Bij het – voor Intruderrijders niet onbekende – Ut Centrum genieten we op het, zelfs in oktober, zonovergoten terras van een kwalitatief goede lunch vergezeld van het nodige vocht. Terwijl steeds meer passerende motorrijders de rem inknijpen en het terras steeds voller wordt, besluiten wij weer terug te keren naar het ‘echte heuvelland’. ‘Stukje Mergellandroute volgen?’, stel ik Ans voor. De duim gaat omhoog. Een klein kwartier later zitten we niet bedoeld vast in het centrum van Maastricht. Mooie stad, gezellige pleinen, altijd goed voor een aangenaam weekendje weg, maar vandaag niet écht de bedoeling. De N278 is gelukkig weer snel gevonden en via de imponerende militaire oorlogsbegraafplaats in Margraten, passeren we toch nog de Gulpener Bierbrouwerij en pakken we na Nijswiller weer de N281 richting hotel. Kasteel Erenstein houden we voor gezien, dus draaien we bij Heerlen-zuid de weg af en parkeren we schuin onder de Toekan van de meest bekende Nederlandse hotelketen.

Na het inchecken keren we terug in de realiteit; de reden waarom we hier zijn en niet in Parc natural regional des Ardennes. Ondanks die realiteit hebben we toch genoten van ons beperkte rondje Zuid-Limbabwe. Het blijft toch het mooiste stukje Nederland!